Data-gedreven prioritering: keuzes maken die impact hebben
Hoe data je op strategisch niveau kan helpen om valide keuzes te maken voor je strategie
Veel teams zeggen dat ze ‘data-gedreven werken’, maar in de praktijk betekent dat vaak: te veel dashboards, te weinig richting. Metrics worden bijgehouden omdat het moet, niet omdat ze iets in beweging zetten. En dat is zonde. Door te werken met een actieplan, kun je data omzetten in je belangrijkste stuurmiddel.
Je kunt data op verschillende manieren inzetten, van validatie tot optimalisatie, maar in deze post richt ik in op strategische keuzes: hoe gebruik je data om te bepalen waaraan je werkt, wanneer en waarom. Denk aan:
Inzicht krijgen in groeikansen - Waar zit momentum?
Onderbouwen van investeringen - Welke richting levert het meeste op?
Prioriteiten bepalen op basis van impact - Wat moet ik als eerste oppakken?
Alle drie helpen je om beter te sturen. Minder op onderbuik, meer op momentum en meetbare waarde.
Inzichten in kansen: waar zit momentum?
Als je wil groeien, is het verleidelijk om meteen naar nieuwe kanalen, campagnes of features te grijpen. Maar de vraag is: waar zit op dit moment écht momentum in je product? Dat ontdek je niet op gevoel, maar met structuur. Een handig framework hiervoor is AAARR – ook wel bekend als Pirate Metrics 🏴☠️.
Dit framework helpt je om je hele klantreis in kaart te brengen, van eerste contact tot omzet en doorverwijzingen. Je kijkt stap voor stap naar:
Door deze fases naast elkaar te leggen, zie je vaak in één oogopslag waar kansen liggen. Misschien trek je genoeg verkeer, maar haakt het merendeel af vóór ze de waarde van je product hebben ervaren. Of misschien heb je tevreden gebruikers, maar groeit je omzet nauwelijks omdat je pricing niet aansluit.
Dit soort inzichten zijn van grote waarde, omdat ze gebaseerd zijn op wat er daadwerkelijk gebeurt in je hele funnel. Data laat je zien waar het goed gaat, en waar het misgaat. En dat is precies waar je moet zijn als je stappen wilt zetten.
Onderbouwen van beslissingen
Wanneer je een product bouwt, heb je constant grote beslissingen te nemen over waar je wel of niet in moet investeren. Waar zet je je tijd en resources op in? Waar zit de meeste kans? Dat kan snel onduidelijk worden, vooral als je niet de juiste data hebt om je keuzes te onderbouwen. Want dan ben je gewoon blind aan het sturen.
Een goede manier om dit te onderbouwen, is door je North Star Metric in te zetten. Dit is één specifieke metriek die direct gekoppeld is aan het succes van je product op lange termijn. Het is de maatstaf die alles wat je doet in het product stuurt.
Als je een duidelijke North Star Metric hebt, kun je veel makkelijker bepalen waar je je resources op richt. Neem bijvoorbeeld een SaaS-bedrijf dat als North Star Metric het aantal actieve betalende klanten heeft gedefinieerd. Als de metric daalt, weet je direct dat je meer aandacht moet besteden aan klantbehoud. Als de metric stijgt, kun je je focus misschien verleggen naar acquisitie.
De waarde van deze aanpak? Je kunt je investering direct koppelen aan wat er echt impact heeft op de groei van je product. Als je North Star Metric groeit, is de kans groot dat je product zich in de juiste richting beweegt. Als het stagneert, moet je ergens anders je aandacht richten. Door deze methode ben je niet afhankelijk van aannames of vage intuïties, maar maak je keuzes op basis van harde cijfers.
Prioriteren op basis van impact
Het is de grote uitdaging voor elk team: wat is de volgende stap? Wat ga je eerst aanpakken? Wanneer je zoveel data hebt, kan het moeilijk zijn om te bepalen waar je als eerste aan moet werken. Hier komt het RICE-framework om de hoek kijken. Het helpt je om objectief te kijken naar de impact die een initiatief zal hebben, zodat je duidelijke keuzes kunt maken.
RICE staat voor:
Reach (Bereik) - Hoeveel gebruikers of klanten zal deze verandering raken?
Impact (Impact) - Hoe groot is het effect van deze verandering? Zal het je gebruikers aanzienlijk helpen, of is het een kleine verbetering?
Confidence (Vertrouwen) - Hoe zeker ben je dat deze verandering daadwerkelijk de gewenste impact zal hebben? Heb je voldoende data of ervaring om deze keuze te onderbouwen?
Effort (Inspanning) - Hoeveel tijd en middelen zijn er nodig om dit initiatief te realiseren? Hoeveel werk gaat erin zitten?
Je rekent er simpelweg een score uit: (Reach × Impact × Confidence) / Effort.
Door deze factoren te kwantificeren, kun je je initiatieven rangschikken op basis van wat de meeste impact zal hebben én wat binnen je middelen ligt. Dit zorgt ervoor dat je team zich richt op de belangrijkste projecten die echt verschil maken, in plaats van afgeleid te worden door minder belangrijke taken.
Door de kracht van RICE kun je dus eenvoudig zien waar je je resources het beste kunt inzetten, zodat je je product sneller en efficiënter kunt laten groeien.
Veelgemaakte fouten bij strategisch inzetten van data
Data gebruiken alleen inzetten als validatie, maar niet als richting. Je zoekt naar cijfers die je vermoeden onderbouwen, in plaats van je koers te laten uitdagen of bijsturen.
Verzamelen zonder doel. Je hebt dashboards vol metrics, maar geen duidelijk plan wat je ermee beslist. Dan gebeurt er eigenlijk helemaal niks mee.
Te snel optimaliseren, te weinig ontdekken. Teams duiken meteen in A/B-testen en funnels, zonder eerst te begrijpen waar echte waarde zit of wat het kernprobleem is.
Beslissen op basis van output, niet outcome. “We hebben X nieuwe features gebouwd” klinkt leuk, maar strategisch gaat het om impact, niet om output.
Geen vertaalslag naar teamniveau. Je North Star Metric is duidelijk, maar teams weten niet welke input-metrics zij kunnen beïnvloeden, dus blijft het abstract.


